Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo zond Thoi zijn zoon [20]Joram tot den koning David, om hem te vragen naar [zijn] [21]welstand, en om hem te [22]zegenen, vanwege dat hij tegen Hadad-ezer gekrijgd en hem geslagen had, (want Hadad-ezer [23]voerde steeds krijg tegen Thoi); en in [24]zijn hand waren zilveren vaten, en gouden vaten, en koperen vaten; 20. Hadoram genoemd, 1 Kron.18:10. 21. Hebreeuws, naar vrede; dat is, om hem vriendelijk te begroeten. Zie Gen.43:27. 22. Hem te begroeten en geluk te wensen vanwege de verkregen victorie, dat is [gelijk men zegt] te congratuleren. 23. Hebreeuws, was een man der krijgen van Thoi; dat is, hij deed hem steeds den oorlog aan, was zijn vijand en tegenstrijder, die hem niet ongekweld liet. Zie Gen.9:20, en vergelijk Richt.12:2; onder hfdst.18 vs.20, en 2 Kron.35:21; Ps.41:10. 24. Dit is, Joram, de zoon van Thoi, had deze geschenken bij zich, onder zijn handen, gelijk men zegt. Zie gelijke manier van spreken 1 Sam.9:8; 2 Kon.5:5, enz.